Gedachtenis van de heilige Catharina van Siena (+ 1380); ze werkte voor de vrede, voor de eenheid van de christenen en voor de armen. Lees meer
Gedachtenis van de heilige Catharina van Siena (+ 1380); ze werkte voor de vrede, voor de eenheid van de christenen en voor de armen.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Handelingen 4,32-37
De grote groep gelovigen was één van hart en ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, alles stond ter beschikking van de gemeenschap. Met grote kracht legden de apostelen getuigenis af van de opstanding van de Heer Jezus, en zij werden allen rijkelijk begunstigd. Er was immers niemand onder hen die gebrek leed, want allen die grond of huizen bezaten verkochten hun bezit, gingen met de opbrengst naar de apostelen, en legden die aan hun voeten. Daarvan werd uitgedeeld aan een ieder, al naar gelang hij nodig had. Zo bezat Jozef, een Leviet afkomstig uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas – dit betekent: zoon van troost – gekregen had, een stuk grond; hij verkocht het, ging met het geld naar de apostelen en legde het aan hun voeten.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.
Alleluia, alleluia, alleluia !
De werking van de heilige Geest in het leven van de leerlingen is onmiddellijk zichtbaar. Het is de samenvatting van het leven van de gemeenschap dat Handelingen schetst: "De grote groep gelovigen was één van hart en ziel". Het evangelie schept inderdaad een band van gemeenschap tussen hen die het aannemen. Deze band is zo diepgaand dat "niemand [...] iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, alles stond ter beschikking van de gemeenschap". De geest van verbondenheid blijft niet beperkt tot een specifieke kring, maar kenmerkt heel het leven van de gemeenschap en drukt zich uit tot in het delen van alle bezittingen. Dit beeld van de gemeenschap, dat utopisch kan lijken, wijst leerlingen van alle tijden het pad dat ze moeten volgen: gemeenschap en delen. Deze transformatie van de relaties tussen gelovigen is niet de vrucht van een louter menselijke keuze, maar van de werking van de heilige Geest die aanzet om niet alleen zichzelf te beminnen, maar ook de anderen, in het bijzonder de zwaksten, en om een nieuwe broederlijkheid tot stand te brengen onder de mensen. Zo is de heilige Geest de ware protagonist die de gemeenschap van gelovigen samenbrengt, leidt en sterk maakt om broederlijk gist te zijn in de samenleving. De christelijke gemeenschap leeft niet om in zichzelf besloten te zijn, maar juist om een kracht van verandering te zijn in de wereld. De schrijver van Handelingen benadrukt dat er "niemand onder hen gebrek leed" omdat ieder deelgenoot werd van de goederen van hen die bemiddelder waren, en wijst hiermee een pastorale weg: de evangelische kwaliteit van een christelijke gemeenschap herken je aan de bereidheid om haar zwakste en meest behoeftige leden nabij te zijn. Barnabas is een voorbeeld dat navolging verdient: de evangelische liefde verenigt en schept hechte broederlijkheid onder de leerlingen.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.