GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Woensdag 30 april


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Handelingen 5,17-26

De hogepriester echter en heel zijn aanhang, de partij van de sadduceeën, werden vervuld met jaloezie; ze arresteerden de apostelen en zetten hen in de stadsgevangenis. Maar een engel van de Heer opende 's nachts de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: ‘Jullie moeten weer naar de tempel gaan om aan het volk het nieuwe leven te verkondigen.' Ze gaven hieraan gehoor en gingen tegen de ochtend de tempel binnen en zetten hun onderricht voort. Inmiddels riepen de hogepriester en zijn aanhang het Sanhedrin bijeen, de voltallige raad van oudsten van de Israëlieten, en ze stuurden dienaren naar de gevangenis om hen te halen. Toen die daar kwamen, troffen ze hen niet meer in hun cel aan. Ze keerden terug en brachten verslag uit: ‘Wij vonden de gevangenis zorgvuldig afgesloten en er stonden bewakers bij de deuren, maar toen we die open hadden gedaan troffen we daarbinnen niemand aan.' Toen de tempelcommandant en de hogepriesters dit verslag hadden gehoord, wisten ze met de situatie totaal geen raad. Maar toen kwam iemand hun melden: ‘Die mannen die u in de gevangenis hebt gezet, bevinden zich in de tempel en staan onderricht te geven aan het volk!' Toen ging de commandant er met zijn dienaren op af en nam hen mee, zonder geweld te gebruiken, want ze waren bang dat ze door het volk gestenigd zouden worden.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Deze episode van Handelingen brengt verslag uit van de aanhouding en de wonderlijke bevrijding van de apostelen. De tekst begint met te vermelden dat de apostelen werden aangehouden in opdracht van de hogepriester en de sadduceeën omdat die afgunstig waren op het succes dat de apostelen oogstten onder het volk. De prediking van het woord van God blijft wonderen verrichten en de christelijke gemeenschap wint steeds meer de gunst van het volk. Maar niet die van de priesters en niet van de sadduceeën in het bijzonder. We weten dat hetzelfde lot altijd de christelijke gemeenschap treft dat ook Jezus achtervolgde, maar de Heer waakt over de geschiedenis en laat zijn leerlingen niet in de steek in de gevangenis. 's Nachts daalt een engel neer om hen uit de gevangenis te bevrijden. Hij beveelt hen terug te gaan naar de tempel om tot de mensen te prediken. Het woord van God laat zich niet langer ketenen. Er is altijd geprobeerd om het evangelie het zwijgen op te leggen. Ook in de laatste eeuw zijn we getuige geweest van de tragedies veroorzaakt door totalitaire regimes, die vastbesloten zijn om het evangelie de mond te snoeren door zijn getuigen op te sluiten en te doden. En ook in onze dagen neemt de vervolging van christenen toe. Die vervolging heeft iets mysterieus. Waarom worden ze vervolgd? Wat voor kwaad doen ze? Als christen zachtmoedig en nederig van hart zijn, als zij niets voor zichzelf vragen, zijn ze het radicale weerwoord tegen het geweld van het kwaad. De zachtmoedigheid van het evangelie breekt vroeg of laat elke keten van geweld. Daarom kan het kwaad deze zachtmoedigheid niet verdragen en wil het ze op alle mogelijke manieren van de aardbodem wegvagen. De christelijke zachtmoedigheid wil haar vervolgers niet uit de weg ruimen; zelf als zij geketend zijn, klinkt uit de mond van de gelovigen een gebed voor hun vijanden en vervolgers.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.