GEBED IEDERE DAG

Gebed van de twaalf apostelen
Woord van god elke dag

Gebed van de twaalf apostelen

Feest van de apostel Jakobus, zoon van Zebedeüs. Hij was de eerste van de twaalf die de marteldood onderging. Zijn lichaam wordt vereerd in Compostela. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed van de twaalf apostelen
Vrijdag 25 juli

Feest van de apostel Jakobus, zoon van Zebedeüs. Hij was de eerste van de twaalf die de marteldood onderging. Zijn lichaam wordt vereerd in Compostela.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 20,20-28

Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs bij Hem, samen met haar zonen; ze viel voor Hem op de knieën om Hem iets te vragen. Hij zei tegen haar: ‘Wat wil je?' Ze antwoordde: ‘Zeg dat deze twee zonen van mij een plaats krijgen in uw koninkrijk, één rechts en één links van U.' Maar Jezus antwoordde: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die Ik zal drinken?' Ze zeiden Hem: ‘Ja, dat kunnen we.' Hij zei hun: ‘Mijn beker zullen jullie drinken, maar rechts en links van Mij zitten? Het is niet aan Mij om dat te vergeven. Dat wordt aan diegenen gegeven, voor wie dat door mijn Vader is weggelegd.' Toen de tien anderen dat hoorden, ergerden zij zich aan de twee broers. Maar Jezus riep hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat de leiders van de volken heerschappij voeren over hen en de grote mannen hun gezag laten gelden. Zo moet het onder jullie niet zijn. Integendeel, wie groot wil worden onder jullie, moet jullie dienaar zijn, en wie onder jullie de eerste wil zijn, moet jullie slaaf zijn. Zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en om zijn leven te geven als losgeld voor velen.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Vandaag gedenkt de kerk de apostel Jakobus. Jezus had hem ontmoet aan de oevers van het meer van Galilea. Hij heeft hem geroepen om Hem te volgen, samen met zijn broer Johannes. Jakobus - de Meerdere genoemd om hem van de andere Jakobus te onderscheiden - geeft meteen gehoor aan de uitnodiging van Jezus om Hem te volgen, en begint zo zijn weg als leerling. Zoals alle anderen begrijpt hij niet altijd het liefdesplan van de Heer voor zijn leven. Ook hij bezwijkt net als de anderen voor de bekoring om een plek, een rol voor zichzelf te vragen. Leerling zijn is op de eerste plaats een zaak van gehoor geven aan de Meester en niet van zoeken naar eigen privileges. De vraag van de moeder van de twee zonen om een plek aan Jezus' rechterhand te krijgen was niet argeloos. De jaloerse reactie van de andere leerlingen laat dan ook niet lang op zich wachten. Geduldig wijst Jezus hen terecht en blijft Hij tot hen allen spreken. En Jakobus, die het antwoord van Jezus misschien niet ten volle begrepen had, blijft Hem volgen en naar Hem luisteren. Hij wordt zelfs door de Meester terechtgewezen, als hij overijverig vuur uit de hemel wil laten neerdalen om de Samaritanen te vernietigen omdat ze Jezus niet willen ontvangen. Maar de ontmoeting met de verrezen Jezus en de gave van de heilige Geest maken van Jakobus een getuige van het evangelie tot de dood toe. Volgens de traditie is hij de eerste apostel die de marteldood onderging. Op die dag dronk Jakobus uit dezelfde kelk waar Jezus uit gedronken had. Zijn leven werd, zoals het leven van de Meester, een gave voor de anderen. Dat had zijn Heer hem gevraagd. Gehoorzaam tot het einde volbrengt Jakobus de taak die zijn Heer hem toevertrouwd had.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.